161
Besluit van 19 maart 2001, houdende regels
inzake het beperken van de emissie van
vluchtige organische stoffen bij het gebruik van
organische oplosmiddelen
(Oplosmiddelenbesluit omzetting
EG-VOS-richtlijn milieubeheer)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer, van 3 juli 2000, nr. MJZ2000075276, Centrale
Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op Richtlijn nr. 1999/13/EG van de Raad van de Europese Unie van
11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige
organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmid-
delen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties (PbEG L 85) en op
artikel 8.44 van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 28 september 2000,
nr. W08.00.0268/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 maart 2001,
nr. MJZ2001027745, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling
Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ยง 1 Begripsbepalingen en toepassingsgebied
Artikel 1
1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan
onder:
a. richtlijn: richtlijn nr. 1999/13/EG van de Raad van de Europese Unie
van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige
organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmid-
delen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties (PbEG L 85), naar de
tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld;
b. wet: Wet milieubeheer;
c. installatie: vaste technische eenheid waarbinnen een of meer van de
activiteiten, genoemd in bijlage I, plaatsvinden en alle andere daar
rechtstreeks mee samenhangende activiteiten die technisch verband
houden met de binnen die eenheid verrichte activiteiten en van invloed
kunnen zijn op emissies;
Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 2001
Staatsblad 2001
161
1